Fumata BIanca (Robby Boey)
Share
Vanaf het begin van de 19e eeuw werden de stembiljetten die door kardinalen tijdens een pauselijk conclaaf werden uitgebracht na elke stemronde verbrand. De rook die daarbij ontstond, werd het uiterlijke teken of er een nieuwe paus was gekozen: donkere rook betekende dat er geen beslissing was genomen, terwijl de afwezigheid van zwarte rook op succes wees. In 1914 werd deze praktijk officieel vastgelegd: zwarte rook (fumata nera) uit de tijdelijke schoorsteen boven de Sixtijnse Kapel kondigde een mislukte stemming aan, terwijl witte rook (fumata bianca) de verkiezing van een nieuwe paus bekendmaakte. Soms werden de biljetten van twee stemrondes samen verbrand, waardoor er niet na elke stemming rook verscheen.
Voor 1945 werden de stembiljetten verzegeld met was. Bij het verbranden beïnvloedde die was de kleur van de rook: nat stro werd toegevoegd om zwarte rook te produceren, terwijl de natuurlijke samenstelling van de was — in de 19e eeuw vaak bijenwas — wittere rook kon geven. Naarmate de samenstelling van zegellak veranderde, nam het vermogen af om duidelijk onderscheidende rook te produceren, wat bij sommige conclaven tot verwarring leidde.
Deze onzekerheid werd vooral duidelijk tijdens de conclaven van 1939 en 1958, toen de kleur van de rook moeilijk te interpreteren was. De onduidelijkheid in 1958 voedde zelfs speculaties die later bekend zouden worden als de “Siri-these”, gebaseerd op de bewering dat de eerste rook eigenlijk de verkiezing van een andere paus had aangekondigd.
Om misverstanden te voorkomen werden vanaf 1963 chemicaliën toegevoegd aan het verbrandingsproces om de rook onmiskenbaar zwart of wit te maken. Sinds 2005 wordt het verschijnen van witte rook bovendien begeleid door het luiden van de klokken van de Sint-Pietersbasiliek, als extra bevestiging van de succesvolle verkiezing van een paus.
De afbeelding is een artistieke impressie van de fumata bianca, gebaseerd op een stockfoto.